Uw boek is in feite een handleiding over hoe je tegenslagen kunt verwerken. Maar op de achtergrond speelt uw strijd tegen racisme en discriminatie mee. Hoe moet ik de verhouding tussen die twee onderwerpen zien?
Ik kan die twee niet los van elkaar zien. Ieder mens heeft te maken met trauma’s, als gevolg van verlies, relaties die beëindigd worden, huwelijken die stranden. Onrecht, ziekte, discriminatie. Dergelijke gebeurtenissen zijn onderdeel van het leven. Voor mezelf heb ik ook een aantal dingen benoemd die mij heel erg hebben geraakt. Mijn vader had niet de rol in mijn leven zoals ik die nodig had. Ik ben op jonge leeftijd vaak in aanraking aangekomen met discriminatie en racisme. Ik heb een nichtje van nog niet eens vier jaar en een stiefbroer van zeventien verloren. Zo kan ik nog wel even doorgaan. We maken allemaal veel mee, dat is wat ons als mensen verbindt.
Maar de reden dat ik dit boek heb geschreven, is dat ik merkte dat veel mensen zich volledig identificeren met gebeurtenissen uit het verleden. Maar je bent niet de gebeurtenis. Al die dingen die we meemaken, zijn momentopnames, levenslessen. Wat jij daar vervolgens mee doet, is aan jou. Daar ben jij verantwoordelijk voor. Ik zie te vaak dat mensen zich afhankelijk opstellen en anderen nodig hebben om gelukkig te zijn. Maar de enige persoon die je nodig hebt om gelukkig te zijn, dat ben jij zelf. Ik probeer mensen te helpen om dat inzicht te krijgen.
Op welke manier?
De eerste manier is door ze te helpen bij het doorbreken van bepaalde overtuigingen. Ik kom regelmatig mensen tegen die niet voor zichzelf kunnen opkomen, die geen grenzen durven stellen of bepaalde dingen niet bespreekbaar durven maken. Dat heeft vaak te maken met overtuigingen die ze in hun opvoeding mee hebben gekregen en die eigenlijk niet meer bij hen passen. De tweede manier is mensen duidelijk te maken dat ze te vaak de schuld buiten zichzelf plaatsen. Mensen komen in situaties terecht en beschouwen zichzelf als slachtoffer. Dat herken ik, ik heb daar zelf ook jarenlang last van gehad.
Hoe bent u zelf uit die slachtofferrol gekomen?
Wat mij heeft geholpen, is de acceptatie dat discriminatie en racisme niet weggaan. De acceptatie dat onrecht bij het leven hoort. Dat was de eerste stap die ik heb gezet. Ik ben nu 51 jaar oud, ik heb discriminatie en racisme mijn hele leven meegemaakt en het is niet veel beter geworden. Onrecht en ongelijkheid zullen altijd blijven bestaan. De mens is nu eenmaal tamelijk egoïstisch en kijkt eerst waar hij zelf beter van wordt. De mens is niet zo’n goede verbinder.
Bij de acceptatie van het feit dat onrecht bestaat, heb ik natuurlijk wel een voorsprong gehad omdat ik gedragstrainer ben. De opleidingen die ik heb gevolgd, hebben mij veel gebracht, met name NLP. Ik ben drie of vier jaar bezig geweest met neuro-linguïstisch programmeren en dat heeft mij echt geholpen regie te krijgen over mijn eigen psyche en mijn eigen lichaam.
Is dat wat u bedoelt met de term ‘zelfzorg’ die u in uw boek gebruikt?
Zeker. Ik leer mensen beter voor zichzelf zorgen, zowel geestelijk als fysiek. Kijk, op het moment dat ik een belemmerende gedachte heb, voel ik meteen spanning in mijn lichaam. Dat is voor mij een teken dat ik mijn angsten laat regeren. Ik voel meteen dat het een negatief effect op mijn ademhaling heeft: die schiet omhoog. Ik ben daar zeker niet de enige in. Kijk naar de hoeveelheid stress en burn-outs die we hebben in Nederland. Het is niet echt modern om te zeggen, maar dat doen we dus zelf. Als jij in een burn-out terechtkomt, heb je gewoon te veel gas gegeven. Dus ben je ook de aangewezen persoon om je voet van het gaspedaal te halen en weer te ontspannen. Hoeveel mensen maken zich niet druk om dingen waar ze toch geen invloed op hebben? Daar zijn we toch zelf verantwoordelijk voor? Het is mogelijk om van een negatieve naar een positieve gedachtensturing te komen. Maar dat moet je wel zelf willen.
Veel mensen die u heeft geïnterviewd, zeggen dat mensen van kleur twee keer zo hard moeten werken om iets te bereiken. Hoe is het om dat mee te maken?
Als ik een lezing geef, stel ik mezelf altijd voor als Dennis de Getrouwe, geboren 4 mei 1972, Nederlander? Met een vraagteken erachter. Waarom? Omdat ik het gesprek op gang wil krijgen. Je wilt niet weten hoeveel mensen nog steeds de straat oversteken als ik ze ’s avonds tegemoet loop, of op een bepaalde manier naar mij kijken. Mensen zien eerst mijn kleur en dan mijn postuur. Ik weet niet waar ze bang voor zijn, maar ik sta, puur door vooroordelen, meteen met 3-0 of 4-0 achter. Je wilt niet weten hoe vaak ik te horen krijg: oh, maar je valt best mee! Of na een stekelige opmerking: het was maar een grapje. Jaja, denk ik dan, elk grapje heeft een boodschapje. En als we er iets over zeggen, krijgen we te horen dat wíj agressief zijn. Dus ja, we staan op achterstand. Ik weet waar het vandaan komt: we zijn eeuwenlang als vee verhandeld. Dat verandert niet zomaar in 150 jaar. We kunnen wel zeggen dat het lang geleden is, maar de patronen zijn er nog.
Het racisme lijkt zelfs erger te worden.
Klopt. En het wordt aangewakkerd door het systeem. Zelfs op LinkedIn, toch een serieus platform voor werkend Nederland, worden discussies gevoerd die je voorheen alleen op Facebook zag. Ik denk soms echt: waar moet dat naartoe? Iedereen is maar bezig met zijn eigen persoonlijke mening te verkondigen. Maar je kunt je mening toch ook wel eens inslikken om de verbinding op te zoeken? Niemand heeft een monopolie op de waarheid. Maar de sociale media moedigen dit gedrag aan. Het is een verdienmodel. Het interesseert die bedrijven helemaal niet of mensen bedreigd of uitgescholden worden, het gaat alleen om geld. Je kunt je beter afvragen of je nog wel actief moet blijven op social media. Zonder social media kun je een heel ander, veel gelukkiger leven hebben. Hetzelfde geldt voor de actualiteitenprogramma’s. Die doen daar ook aan mee en brengen alleen maar negatief nieuws. Ik kijk liever naar een goede documentaire op 2doc.
Uw moeder zei over de manier waarop zij omging met de armoede waarin zij is opgegroeid: ‘We hadden geen keuze.’ Is dat tegenwoordig niet anders?
Het zijn wijze woorden, zeker, maar zij was ook degene die zei: niet lullen, maar poetsen. Het was overleven. Ik ben blij dat ze me geleerd heeft op eigen benen te staan; ik heb op jonge leeftijd leren koken, waardoor ik nu een goede maaltijd kan maken voor mijn gezin. Maar daardoor was er in mijn opvoeding weinig ruimte voor emoties. Jammer, want die zijn belangrijk voor hoe je je ontwikkelt. Tegenwoordig hebben we natuurlijk veel meer keuzes. In het begin van mijn boek vergelijk ik ons leven met een rotonde. Op zeker moment moet je een keer een afslag nemen, is mijn overtuiging, de afslag naar het innerlijk geluk. Als je dat niet doet, verandert er niets. Dan blijf je met je trauma en je angsten en je vooroordelen zitten. Dat is de reden dat ik dit boek heb geschreven: zorg dat je niet afhankelijk bent van een ander, maar richt je op hoe je naar jezelf kijkt. Als je daartoe in staat bent, en beter voor jezelf zorgt, leg je de basis voor een veel gelukkiger leven.
Over Hans van der Klis
Hans van der Klis is freelance journalist. Hij schrijft regelmatig artikelen voor Managementboek.