Onze moderne westerse economie is vorm gegeven door ruim een eeuw economische verhalen van Keynes en Friedman. Centraal geleide economieën in Rusland en China hebben een ander, socialistisch verhaal. In de westerse landen is de economie in de laatste decennia gedomineerd door dat van neo-liberalen. De economische ‘groei’ komt voornamelijk terecht bij aandeelhouders en investeringsbedrijven. De auteurs, journalisten Sander Heijne en Hendrik Noten vonden de term Fantoomgroei. Ze noemden hun gezamenlijk project Fantoomgroei Waarom we steeds harder werken voor steeds minder. De timing van het boek is perfect. De huidige corona-crisis legt inde hele westerse wereld de achilleshiel van het huidige economische systeem bloot. Winsten die uit bedrijven zijn gehaald en naar aandeelhouders zijn gestroomd, worden niet meer ingezet. Overheden moeten met kapitale bedragen bijdragen om te voorkomen dat bedrijven omvallen. De aandeelhouders hebben geen centje pijn.
De auteurs nemen de lezers mee op een reis naar hoe dit zo gekomen is. Als voorbeeld geven ze Philips, dat begin van de 20ste eeuw begon bij Eindhoven en in decennia met grote betrokkenheid met de stad en omgeving een bedrijf opbouwde. En tienduizenden gezinnen van werk voorzag. Werk. En dat veranderde in de jaren ’80. Frits Philips, de laatste directeur uit de stamboom die het bedrijf leidde, zwaaide af. Mondialisering zorgde voor het verhuizen van de fabrieken naar lagelonenlanden. Philips werd een bedrijf van aandeelhouders, een investeringsfonds én patenten. Het sociale element maakte plaats voor geld. En zo kwam het dat ook Philips geen sponsor meer is van PSV, het hoofdkantoor aan de Zuid-as in Amsterdam is gevestigd en Eindhoven op zoek moest naar een nieuwe toekomst. (Wat ze overigens als tech-hub enorm knap gedaan hebben, maar daar gaat dit boek niet over.)
Waar begon de ellende. Heijne en Noten pinpointen naar een berg in Zwitserland in de jaren ’50 waar onder leiding van Friedrich Hayek het neoliberalisme geboren is. Deze econoom verhuisde naar Chicago waar hij de ging werken aan de University of Chicago oprichtte. Centraal staat de gedachte van een zeer beperkte rol van de overheid, veel marktwerking en handelsvrijheid. Dat levert de burger een enorme vrijheid van keuze en leven op. Eén van Hayeks studenten (de Chicago Boys) was Milton Friedman. Zijn theorieën zouden decennia lang het beleid van Noord-Amerika, Zuid-Amerikaanse dictaturen en Groot-Brittannië bepalen. De bekendste eerste exponenten in de jaren ’80 waren Margaret Thatcher en Ronald Reagan. Er startte een massale verzelfstandiging van overheidsorganen. En daarmee het afstoten van overheidstaken en -verantwoordelijkheden.
Een tweede aspect is het vasthouden aan het model van het bruto binnenlands product (bbp). Een instrument dat in de Tweede Wereldoorlog in Amerika werkt gebruikt om de productie te meten om door de oorlog en vervolgens uit de oorlogseconomie te komen. Het is een crisismeetlat die na de oorlog eerst in de , en met de Marshallhulp ook in Europa, en later wereldwijd zijn intrede deed. Een instrument die de kwaliteit van een economie laat zien in termen van financiële groei. Een instrument waar ook slechte, en flink uitgesponnen zelfs heel slechte kanten aan zitten. Zo maakt de kwaliteit van het milieu er geen onderdeel van uit. En dat krijgen we nu terug.
Maar wij dan? We doen het toch zo goed? Ons moderne polderland! Ook daar liet de crisis van 2008 zien wat liberalisme betekende. Om een modern goed functionerend land te zijn, waar voldoende goed opgeleid en gezond personeel is, moet het veilig zijn, voorzien van goed en breed onderwijs en voorzien van kwalitatief goede gezondheidszorg. Laat nu op al deze gebieden in de laatste decennia zwaar bezuinigd zijn. Marktwerking in de zorg legde de macht bij de verzekeraars. Salarissen in deze ambtelijke gebieden zijn nauwelijks meegegroeid met de inflatie. Schrijnend is dat bijvoorbeeld in het basisonderwijs waar de salarissen in meer dan tien jaar nauwelijks zijn gegroeid. Ondanks dat dit in cao’s en dergelijke is beloofd. De terugtredende overheid hebben we te danken aan het Akkoord van Wassenaar in de 1982 waar overheid, werkgevers en werknemers een uitruil deden. En zo kromp, ten gunste van het bedrijfsleven, de rol van de overheid. Socialistisch werknemersvoorman en opperhoofd van de FNV, Wim Kok, zou jaren later ‘beloond’ worden met een premierschap. Maar de werkgevers bepaalden ondertussen het regeringsbeleid.
Zoals we nu zien, medio 2020, zijn de neoliberale economieën in last. Werkeloosheidscijfers lopen enorm op, de overheden moeten miljarden bijleggen. Het lijkt wel gratis geld. Toch zullen die ergens, via belastingen bijvoorbeeld, moeten worden opgebracht. Terwijl gigantische noodzakelijke investeringen voor het beter klimaat ons tegelijk te wachten staan.
Wat wordt het nieuwe verhaal van de economie? Niet één van continue economische groei. En volgens de auteurs ook niet één waar de populisten als schuldigen de bootvluchtelingen aanwijzen. Nee, het moet er één zijn waar politici kijken naar economisch én sociaal succes. Misschien zit het succes in de voorbeelden van coöperaties in Samso (groene energie) of bij het model dat al decennia werkt in de Italiaanse regio Emilia-Romana. Bij de non-profit bewoners van Green Bay die ook mede-eigenaren zijn van de Green Packers. Veranderingen beginnen aan de rand.
Sander Heijne en Hendrik Noten zijn er met Fantoomgroei in geslaagd een lastig zichtbaar probleem te benoemen, én met een nieuw verhaal te komen. Een verhaal dat makkelijk te begrijpen is, én aanzet tot diep nadenken. Een boek dat alle vertegenwoordigers van Eerste en de Tweede Kamer, maar eigenlijk ook alle lokale politici verplicht moeten lezen. Om in elk geval kennis te nemen van de simpele boodschap van de auteurs: ‘Voor ons ziet de wereld er als volgt uit: een vredig samenleving waarin mensen met elkaar door één deur kunnen, omdat niemand de ander uitbuit. Een samenleving waarin iedereen gelijke kansen heeft, en werken loont. Een samenleving waarin mensen veilig over straat kunnen, waar voldoende leraren voor de klas staan, de gezondheidszorg goed geregeld is en armoede tot het verleden behoort. En natuurlijk, een planeet met een leefbaar klimaat, met als het even kan, zo nu en dan een Elfstedentocht.’
Zo’n verhaal past toch in elk partijprogramma?
Over Bertrand Weegenaar
Bertrand Weegenaar is als hogeschooldocent HBO-ICT werkzaam op Windesheim. Zijn voorliefde ligt bij de onderwerpen strategie, marketing, geschiedenis; biografieën en internet; e-business.