Schenderling valt met de deur in huis. Het kernvraagstuk van deze tijd is: hoe maken we een einde aan de grenzeloze verspilling die is ingebouwd in ons economische systeem? Al in het eerste hoofdstuk presenteert hij de belangrijkste maatregelen van het plan. Deze les leerde hij van de ‘rockstereconoom’ Piketty, die zijn aanbevelingen voor dit vraagstuk in Kapitaal en ideologie pas op bladzijde 1073 deed. Hierdoor kreeg dit minder aandacht dan verdiend.
Scherpe randen
Schenderling en het schrijverscollectief bouwen voort op de aanbevelingen van Piketty. Die ziet belasting als de voornaamste manier om de scherpe randen van het kapitalisme af te vijlen. Een individuele belasting die CO2-uitstoot in de consumptie beprijst. Er worden verschillende varianten gepresenteerd. Allemaal zorgen ze voor een daling in de uitstoot en laten de consumenten vrij in hoe dat precies gebeurt. Deze maatregel raakt uiteraard onze koopkracht, maar omdat aanvullend de belasting op arbeid heel laag is, gaan lage- en middeninkomens, 90 procent van de mensen, er niet echt op achteruit. Het mooie is dat deze belastingmaatregelen een stimulans geven aan duurzame producten, waar veel arbeid in is gestoken en die lang mee gaan.
Groene groei
Een mythe die het schrijverscollectief wil doorprikken is die van groene groei. Als bedrijven hun productieprocessen aanpassen en dus minder verspillen, dan hebben consumenten nog steeds een prikkel om meer te consumeren dan de aarde aankan en willen bedrijven nog steeds graag dat wij meer producten kopen. De milieuwinst wordt ongedaan gemaakt door een toename in consumptie. Milieuwinst in productieprocessen - terwijl de consumptie blijft groeien - is dweilen met de kraan open. Dat is volgens het schrijverscollectief de achtergrond van het episch falen van het huidige milieu- en klimaatbeleid. Daarom is het zo belangrijk om verspillende consumptie te beteugelen.
Coöperatieve samenleving
Het schrijverscollectief ziet een coöperatieve samenleving ontstaan, die meer tijd heeft voor de onuitputtelijke bronnen van geluk in ons leven. Denk aan ervaringen, dingen doen die ertoe doen in het leven, en het ontdekken van pure schoonheid, zuivere waarheid, echte goedheid. We kopen kwaliteitsproducten die lang meegaan, die we laten repareren, of tweedehands verkopen als we ze niet meer nodig hebben. We besteden minder uren aan betaald werd, omdat het zinloos is om hard te werken voor spullen die we toch niet nodig hebben.
Degelijk
In het boek worden allerlei thema’s uitgewerkt. Van huisvesting tot zorg, van landbouw tot mobiliteit. Ook gaat het over hoe deze maatregelen leiden tot een gelijkere en inclusieve samenleving. De oplossingen zijn degelijk en zouden moeten werken. Maar tegelijkertijd is het een grote paradigmaverschuiving, die ook nog eens botst met onze psychologie. Shoppen is een van de grootste hobby’s van Nederlanders. We pronken met mooie spullen en we jagen graag op een nieuwe vondst, ook al puilen onze kasten uit. Consuminderen lopen de meeste mensen niet echt warm voor. Hoe komen we dan in dit scenario van postgroei terecht? Het schrijverscollectief laat het niet bij enkel dit boek. Met drie vervolginitiatieven richten ze zich op betrokken consumenten en burgers, overheden en ngo’s, en op bedrijven die willen voorsorteren op postgroei. Het zou zo maar eens een grote beweging kunnen worden, waardoor er een kantelpunt kan ontstaan. Dat maakt Er is leven na de groei een interessant boek voor iedereen die is geïnteresseerd in de toekomst van politieke en sociaaleconomische systemen.
Over Freija van Duijne
Freija van Duijne was van 2013 tot 2018 voorzitter van de Dutch Future Society. Zij heeft meer dan tien jaar werkervaring als toekomstverkenner en strateeg in diverse overheidsorganisaties. Freija werkt vanuit haar bedrijf Future Motions en geeft trainingen en lezingen op gebied van toekomstverkennen.